Heimwee-eilanden, Geelmuiden, Hasselt, Hattem en IJsselmuiden in de Noord-Molukken

€ 9,95

  

Deze uitgave betreft een onderzoek naar en beschrijving van de eilandjes Geelmuiden, Hasselt, Hattem en IJsselmuiden. Het verhaal van deze naamgenoten is zo veel als mogelijk uitgediept en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze beschikbaar gemaakt voor breder publiek.

 

Inhoud boek

Het boek Heimwee-eilanden neemt de lezer mee naar een bijzonder gebied in de Noord-Molukken. Daar liggen een aantal eilandjes bij elkaar met de namen Geelmuiden (de oude naam voor Genemuiden), Hasselt, Hattem en IJsselmuiden. Het onderzoeken aan de hand van de vraag wie wanneer die eilandjes hun namen gegeven heeft, leidt langs een fascinerend stukje koloniale geschiedenis.

 

De vloot van Magelhaes 1519 – 1522 en (500 jaar Magelhaes 2019-1522)

Het verhaal op het snijvlak van cartografie en geschiedenis begint met Ferdinand Magelhaes. De mannen van zijn vloot waren de eerste mensen die omstreeks 1520 rond de wereld voeren. Een immense en ingrijpende stap van de mensheid, die wat inspanning en impact betreft de landing op de maan met gemak evenaart. Over ruim een jaar zal het herdenken daarvan beginnen.

De vloot van Magelhaes bezocht de kruidnageleilanden Ternate, Tidore, Makian en Batjan, direct naast de ‘Overijsselse’ eilandjes. Met die Spaanse handelscontacten begint de Europese aanwezigheid in de Noord-Molukken.

 

Bekende Nederlanders in de Noord-Molukken

De intrigerende vraag welke Nederlander(s) de Overijsselse plaatsen heeft vernoemd, laat ons kennis maken een stukje koloniale geschiedenis en een aantal mannen dat daar een prominente rol in vervulde. Centraal daarin staat het eiland Batjan, met het Nederlandse fort Barneveld, dat naast de Overijsselse eilandjes ligt. In 1609 veroverde Simons Janszn Hoen dit op de Spanjaarden. Dat kon nog net voor in de Republiek het 12-jarig bestand van kracht werd. De Christelijke gemeente daar werd vanaf die tijd protestants en bestaat tot op de dag van vandaag. (De predikant van die gemeente heeft informatie beschikbaar gesteld voor dit boek.)

In de jaren daarna was er een en al dynamiek en Nederlandse aanwezigheid in deze hoek van de wereld. Gouverneur-generaal Pieter Both (1611), Jan Pietersz. Coen (1613 en 1618), Joris van Spilbergen (1616) en zelfs Abel Tasman (1643), de ontdekker van het Australië, Tasmanië en Nieuw-Zeeland gingen in het eilandengebied aan wal. Bij al deze personen en voorvallen zijn reisverslagen en zeekaarten die het verhaal aankleden en illustreren. Steeds was het bij dit scala aan Nederlanders de vraag of één van hen de eilandjes hun namen gegeven heeft.

 

VOC-schepen met o.a. de namen Geelmuiden, Hasselt, Zwartsluis en Vollenhove

Ook is gekeken of de namen wellicht een relatie hebben met een VOC-schip met een zelfde of andere, naburige Overijsselse plaatsnaam. Om die reden zijn de reizen en bestemmingen van de VOC-schepen Kampen (1627), Deventer (1630), Zwolle (1637-1639), Hasselt (1656), Geelmuiden (1659), Vollenhove (1660), Zwartsluis (1675) onderzocht. Frappant genoeg was het juist de Pinas Hasselt die juist in de Straat Patientie bij de Overijsselse eilandjes vast kwam te zitten. Maar hoe voor de hand liggend ook, een relatie met de naamgeving van de eilandjes is daarbij niet aan te wijzen.

 

De kaart van Pieter Stippert 1681

Pas als Pieter Stippert in 1681 Halmahera verkent en in kaart brengt, komen tal van Nederlandse en vooral ook Overijsselse namen op de kaart: Amsterdam, Diemen, Middelburg, Medemblik, Enkhuizen, Weesp, Briel, maar ook Deventer, Swol, Campen, Brunnepe en de kaap het Camper Hoofd. Aan de onderkant worden Marken, Urck en Ens gebruikt. Tenslotte krijgen ook Hattem, Hasselt, IJsselmuiden en Geelmuiden een naamgenoot in de Molukken.

 

De namen blijven in gebruik

Vervolgens is het wel de vraag waarom van al die namen alleen de vier laatsten in gebruik zijn gebleven. Het antwoord daarop heeft te maken met de inlijving van Nieuw Guinea bij Nederland (rond 1850). Tal van natuurkundige, geologische en antropologische verkenningen komen van Ternate of Batjan onderlangs Halmahera. De passerende zeelieden namen de namen Geelmuiden, Hasselt, Hattem en IJsselmuiden op de nieuwe kaarten over. Dit stuk geschiedenis aan de uiterste oostgrens van het Nederlandse koloniale gebied laat ons weer kennis maken met heel andere personen. Het gaat over de reis van heer von Rosenberg, Hydrografisch onderzoek, de Siboga-expeditie en M.W.C. Weber van de bekende zoölogische Lijn van Weber naar Nederlands Oost-Indië.

 

Hasselt en Geelmuiden in de 21e eeuw.

 

Het meest waardevol is wel dat we aan het eind van het boek de bewoners van de eilandjes zelf, met hun paalwoningen, aquacultuur van zeewierwinning en de fenomenale tropische natuur, leren kennen. We zien Hattemers op de kolossale aanlegsteiger bij hun dorp. Bij Klein Geelmuiden zitten de Gaellemunigers naast het geoogste zeewier op de steiger voor hun huisjes. Het dorpje vlak bij het eiland IJsselmuiden klost het water onder de paalwoningen. Door middel van onderzoeksrapporten en prachtig recent fotomateriaal komt het leven, wonen en werken in de 21e eeuw mooi in beeld.